Toespraak wethouder Dr. J.E. Bos tijdens Nieuwjaarsbijeenkomst NEHOB
Amsterdam, zaterdag 26 januari 2013
Goedenavond dames en heren,
Een tijdje terug kreeg ik van de heer Moenna de uitnodiging voor uw Nieuwjaarsbijeenkomst. Ik ben dankbaar dat ik hier aanwezig mag zijn. Er werd mij gevraagd om u mijn visie over ouderenbeleid te geven.
Wij merken dat voor velen, die geboren zijn in een ander land, als mi gant naar Nederland zijn gekomen en hier ouder worden, dat het steeds meer voelt als het 'ouder worden in een vreemd land'. Om dit land minder 'vreemd' te laten zijn en om een aantal van de ongemakken die nu eenmaal gepaard gaan met het ouder worden te ondervangen, is nu juist een organisatie als de uwe zo belangrijk.
Ruim 25 % van de bevolking in Nieuw-West is 50 jaar of ouder. En ongeveer de helft van de bevolking van Nieuw West komt oorspronkelijk uit verschillende landen in de wereld, verschillende culturen en religies. Dus juist in een stadsdeel als de onze moeten we niet alleen bedenken wat betekent het om oud te worden in deze tijd, maar ook: wat betekent het voor migranten om in dit nieuwe vaderland oud te worden?
We vinden het belangrijk om te weten wat u nodig hebt om prettig te leven in ons land, en in het bijzonder in Nieuw-West. Wat kunnen wij als stadsdeel doen en wat kunt u zelf doen? Want mensen kunnen vaak veel meer dan ze zelf denken. In Nieuw-West streven we ernaar dat mensen zoveel mogelijk zelfredzaam blijven, met andere woorden: om zoveel mogelijk zelf te kunnen blijven doen en zelfstandig te kunnen blijven wonen, en mee te blijven doen in de samenleving.
Dit doen we door bv ondersteuning te bieden aan het realiseren van initiatieven van burgers, bewonersinitiatieven. Het is misschien aardig om een heel mooi voorbeeld van een bewoners-initiatief te benoemen, ingediend en uitgevoerd door een van uw leden, nl de heer Moenna, die ik net al noemde. Zijn bewonersinitiatief betrof een onderzoek door studenten van de HVA om te inventariseren welke ouderen-organisaties vanuit allerlei culturen er actief zijn in dit stadsdeel. Bij de presentatie van dit onderzoek was ik uitgenodigd, en ik begreep dat de volgende stap was, om vanuit elke organisatie vertrouwens-personen op te leiden, die de sociale kaart van Nieuw West kennen, vertrouwen genieten bij de achterban, en signalen kunnen herkennen van problemen waar ouderen mee te maken hebben. Bruggenbouwers!
In deze tijd, waarin we de overgang zien van de verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving is zelfredzaamheid en eigen kracht essentieel. Niemand kan alles, iedereen kan iets. Samen kunnen we heel veel bewerkstelligen.Juist in een tijd van bezuinigingen is het niet eenvoudig de gemeenschapzin te bewaken. De laatste twee weken staan de kranten vol van de bezuinigingen in de zorg. Er komen grote veranderingen op ons af. Veel taken zullen worden gedecentraliseerd naar de gemeente en tegelijkertijd wordt er bezuinigd op die taken, zoals bij de overgang van de AWBZ naar de WMO. Het komende jaar moeten we ons klaar maken om nieuwe antwoorden te vinden in de zorg op lokaal niveau.
De Wmo benadrukt de rol van de ‘civil society’. Daarmee ontstaat een nieuw perspectief op de rol van vrijwilligers, we investeren daarom in vertrouwenspersonen, maatjes, mantelzorgers. Juist daarom vind ik het bewonersinitiatief van de heer Moenna zo waardevol. We hebben de informatie vanuit de verschillende gemeenschappen heel hard nodig.
We zijn in dit land op zoek naar een nieuw evenwicht tussen wat de overheid regelt, en de ruimte die mensen krijgen om juist zelf oplossingen te vinden. En het aardige is: op dat punt kunnen we vaak veel leren van ouderen uit verschillende migrantengemeenschappen, waar voor elkaar zorgen nog de norm is. Eigen kracht is daar vaak een uitgangspunt. Want in het land van herkomst was er geen verzorgingsstaat. Tegelijkertijd zien we ook problemen in die migranten-gemeenschappen, omdat ze, als het echt nodig is niet altijd de juiste professionele hulp weten te vinden.
Ik zie de oplossing in de combinatie van enerzijds activeren van bewoners uit de hele samenleving en investeren in vertrouwenspersonen uit de eigen gemeenschappen (civil society) en anderzijds de inzet vanuit de overheid om korte lijnen te organiseren in de wijken om op signalen dat er problemen zijn snel te reageren. De sociale wijkteams van Samen DOEN zijn van deze laatste aanpak een mooi voorbeeld.
Onder de naam Samen DOEN in de buurt zet stadsdeel Nieuw-West samen met de gemeente Amsterdam zich in voor huishoudens met meervoudige problemen. De sociale wijkteams van Samen DOEN helpen bewoners bij problemen met werk, geld, opvoeding en relaties, onderwijs, gezondheid, veiligheid en wonen. Tegelijkertijd gaat Samen DOEN uit van de eigen kracht van bewoners en hun netwerk. Wat kunnen bewoners zelf doen? En kunnen familie, vrienden en buren, dus het eigen netwerk van deze bewoners daarbij helpen? Vertrouwenspersonen uit de verschillende gemeenschappen kunnen daarbij een sleutelrol spelen.
Een Samen Doen team bestaat uit generalisten van het stadsdeel, die veel ervaring hebben met de achter de voordeur aanpak, die nauw samenwerken met instanties zoals de Wijkverpleegkundige, Woningbouwcorporaties, het Leger des Heils en andere Zorgorganisaties en de Geestelijke gezondheidzorg (GGZ). Daarnaast voor gezinnen ook Leerplicht, Dienst Werk en Inkomen (DWI), en Jeugdzorg. Bewoners hebben één aanspreekpunt die problemen op laagdrempelige wijze probeert aan te pakken. Dat is een stuk overzichtelijker.
Maar wat essentieel is in het succes van Samen DOEN, is dat ook vrijwillige buurtbewoners een handje meehelpen. Zij zien veel sneller wanneer een buurman of buurvrouw juist dat extra duwtje in de rug kan gebruiken en hulp nodig heeft, zij kunnen naast bewoners staan als ze het moeilijk hebben, en in veel dagelijkse problemen een handje helpen. Dat betekent ook dat de zorg dichtbij geboden kan worden, en dat minder professionals nodig zijn. Dat maakt de zorg betaalbaarder, want er is veel mogelijk in de wijken, dichtbij en laagdrempelig.
Dat vind ik bij uitstek een goede coproductie van professionals en bewoners op wijkniveau. We zijn druk doende om onze hele organisatie in te richten op wat op wijkniveau nodig is. Zodat we problemen integraal kunnen oppakken, zoveel mogelijk samen met bewoners, en korte lijnen in de wijk hebben. Kennen en gekend worden. Ik wil blijven investeren om juist preventie op wijkniveau te versterken, voorkomen dat mensen geisoleerd raken, problemen vroeg signaleren, en tegelijkertijd als het nodig is zorg snel in de buurt te hebben. Dat betekent ook: leefbaarheid en veiligheid op straatniveau organiseren.
Daar zullen we alle burgers hard bij nodig hebben. We moeten meer naar elkaar omzien, elkaar ondersteunen zodat mensen niet geïsoleerd raken. We hebben uw signalen nodig waar het niet goed gaat. We moeten elkaar aanspreken op ons gedrag. Iedereen is mee verantwoordelijk. We hebben daarbij juist ook organisaties door en voor bewoners nodig, zoals uw Ouderenbond.
Om bewonersorganisaties te faciliteren in hun activiteiten kunnen hier bewoners uit alle wijken in een Huis van de Wijk terecht met vragen, maar ook met ideeen om iets leuks te doen of zelf iets te organiseren. Het Huis van de Wijk moet een platform zijn voor bewonersactiviteiten, gericht op activering, zorg en welzijn. Gelukkig hebben we daarnaast ook nog andere ruimtes, zoals de kerk waar we nu zijn, met de passende naam: de ontmoeting. Ontmoeting tussen mensen is cruciaal voor de agenda die ik net schetste.
Ik hoop dat er veel vertrouwenspersonen in uw midden zijn, bruggenbouwers zoals de heer Moenna in Nieuw West is. Zij kunnen misschien de brug slaan, zodat de ouderen uit de hindoestaanse gemeenschap in Nederland het ouder worden in Nederland minder ervaart als ‘ouder worden in een vreemd land’. Omdat u mee blijft doen en zich thuis voelt hier.
Ik reken op uw organisatie om mee te werken aan dit doel in deze moeilijke tijden, en er samen iets moois van te maken!
Wethouder Dr. J.E. Bos